Vorige week woensdagavond met Danielle en Elwin was gezellig! Het bleek dat we tegelijkertijd in de Blue Mountains waren geweest en nu zijn we alle vier op Tasmanië. Tasmanië is ruim twee keer zo groot als Nederland. We zijn elkaar nog niet tegen gekomen 😉

Donderdag was onze laatste dag in Sydney. We zijn naar Bondi Beach gegaan en hebben daar genoten van een super lekkere lunch! Die avond gingen we uit eten met Tim en Leanne, we zijn bij een Italiaan geweest die we anders niet zouden hebben gevonden. Daarna wilden we naar een coctailbar hoog in een gebouw, die in twee uur helemaal rond draait. Tim en Michiel hadden korte broeken aan, daarom mochten we niet naar binnen. Het was opnieuw een gezellige avond!

Vrijdag vlogen we naar Tasmanië. We dachten dat onze vlucht vanaf het intercontinentale vliegveld zou vertrekken (bij sommige binnenlandse vluchten is dat het geval), daar aangekomen bleek dat niet zo te zijn. Wel konden we daar gelukkig alvast inchecken en met de bus (over het vliegveld!) naar het andere vliegveld rijden, dat was leuk! Die nacht sliepen we op een camping in de buurt van Port Arthur, vanaf de camping hebben we een mooie avondwandeling gemaakt naar een baai.

Zaterdag hebben we een boottocht gemaakt langs de kust van Tasman Peninsula, dat was prachtig! We hebben veel dieren gezien: kwallen, zeehonden, dolfijnen en veel vogels. Het waaide zo hard dat zelfs de albatrossen vlogen! De kustlijn was erg mooi, horizontale en verticale rotsen en ook grotten. We zijn een paar grotten in geweest met de boot.

Zondag hebben we een schitterende wandeling gemaakt door Mount Field National Park. We kwamen langs meerdere grote watervallen en liepen door bos met gigantisch hoge bomen (tot wel 80 meter hoog!). Het was zo mooi! Het regenwoud was heel erg groen, veel varens en bijna alles begroeid met mos. We hebben pandamon gezien, een kleine wallaby (en een wallaby is weer kleiner dan een kangaroo).

Maandagochtend zijn we met de boot vanaf het visitors centre van Lake St. Clair naar een stuk 10 km verderop gebracht. Daarna zijn we terug gelopen over het laatste deel van de overland track (zesdaagse wandeltocht). Het was al vanaf zondag aan het regenen (hozen), ook op dat moment. We hebben 4,5 uur langs/ over/door stroompjes, watervallen, modder en regenwoud gewandeld. Het was prachtig! Aan het einde van de wandeling bespraken we dat we weinig dieren hadden gezien (een paar vogels en een wallaby); toen we in de camper onze natte kleding uittrokken kwamen we nog wat beesten tegen: bloedzuigers! Gelukkig allebei niet al te veel plekjes.

We zijn die middag doorgereden naar Queenstown, waar we dinsdagochtend met de West Coast Wilderness Railway met een stoomtrein door het regenwoud zijn gereden. Extra bijzonder was dat deze trein negen maanden niet had gereden, sinds Jip’s verjaardag (maandag 6 januari) reed hij weer en dinsdag hadden wij het geluk mee te kunnen.

Gisteravond hebben we ‘s avonds een wandeling gemaakt en o.a. een wombat en veel wallaby’s gezien. Vandaag, woensdag, hebben we langs Lake Dove gewandeld, 6 km in Cradle Mountain – Lake St Clair National Park. Een mooie tocht! Vanuit de auto zagen we een echidna. We konden stoppen en hem van dichtbij bekijken, gaaf! Dinsdag hadden we er veel zien lopen langs de kant van de weg, ten konden we niet stoppen. Vannacht slapen we in Hadspen, in de buurt van Launceston.